Stage-app/website maakt werk van werk voor jongeren
Om jongeren straks alle mogelijke kansen te bieden op de arbeidsmarkt in Sint-Niklaas, lanceert het stadsbestuur binnenkort een overzicht van alle stageplaatsen. Wanneer je als student via een stage-opdracht goede praktijkervaring kan opdoen in een bedrijf in onze eigen stad, vergroot dit de kans om plaatselijk een job te vinden en hier te blijven wonen.
Om jongeren sneller aan een job in eigen streek te helpen, stelde raadslid Karel Noppe op de gemeenteraad van maart voor dat de stad een stage website en/of app zou uitbouwen. Lokale bedrijven kunnen via de app snel een geschikte stagiair of jobstudent vinden en anderzijds vinden studenten sneller een stageplaats of vakantiejob dichtbij huis. We brengen vraag en aanbod met elkaar in contact. Onze stad heeft er alle belang bij opdat haar jongeren in eigen lokale context blijven wonen en werken.
Schepen Ine Somers (bevoegd voor o.a. economie) ging op de vraag in. Tijdens onze gesprekken met het onderwijsveld en ondernemers kwam reeds de nood aan het beter verspreiden en bekendmaken van de beschikbare vacatures in onze stad aan bod. Daarom leggen we nu vanop de stedelijke websites duidelijk de link naar de website van de VDAB waarop alle vacatures in Sint-Niklaas zichtbaar zijn. Het bundelen van alle beschikbare stageplaatsen in onze stad is een volgende stap. We gaan hierover in overleg met de VDAB, Voka en Bepasin, alsook met het onderwijsveld. We gaan na wat er allemaal bestaat en bekijken via welk kanaal (website en/of app) we het Sint-Niklase aanbod het beste bundelen en verspreiden. Het is eveneens belangrijk dat we hier voldoende bekendheid aan geven en de informatie over de beschikbare plaatsen up to date houden.
Karel Noppe: “Wanneer onze jongeren al tijdens hun studies ervaringen en kennis hebben verzameld in lokale bedrijven, maken ze ook meer kans aanvaard te worden na hun studies in diezelfde bedrijven en blijven ze ook in de buurt wonen. Deze app en site is een win-win voor onze stad, de bedrijven én onze jongeren.”