Het aantal inbraken steeg in 2011 opnieuw en dat ondanks de doelstelling van stad en politie om het aantal onder de 300 te krijgen. Ook voor rondtrekkende dadergroeperingen vormt onze stad het ideale werkterrein. Door onze centrale ligging en de nabijheid van meerdere uitvalswegen, zoals de E34 en de E17, beschikken inbrekers over meerdere vluchtwegen. Jong VLD maakt zich dan ook zorgen. Een nieuwe aanpak en meer controle zijn nodig, stelt Karel Noppe.

We zijn dan ook blij dat inbraken één van de prioriteiten blijft van onze lokale politie. Maar er is meer nodig dan enkel goede intenties. Jong VLD stelt een aanpak op drie niveaus voor.

Allereerst dient er meer ingezet te worden op preventie. Nu al kunnen inwoners van onze stad via de inbraakpreventie-adviseur van de politie een advies betreffende de beveiliging van hun woning of zaak krijgen. Dit aanbod moet echter nog beter bekend gemaakt worden bij alle inwoners, net zoals de mogelijkheid van afwezigheidstoezicht. Het is ook nodig om de burgers zelf te betrekken. Dit gebeurt volgens Jong VLD het best door het oprichten van buurtinformatienetwerken.

Ten tweede dient het aantal controles opgevoerd te worden. Zowel het aantal politieagenten en patrouilles op straat als het aantal grootschalige controleacties om inbrekers te ontmaskeren, moeten stijgen. Vooral tijdens de donkere wintermaanden verdienen inbraken extra aandacht.

Tot slot moet ook het inzetten van nieuwe technologische methoden, zoals bijvoorbeeld cameratoezicht, op de invalswegen op zijn minst onderzocht worden op zijn haalbaarheid, vindt Jong VLD.

Terug naar overzicht